Het Hwange National Park in Zimbabwe is ruig en vol leven

Soms sta je op een plek waar alles klopt. Waar de lucht ruikt naar stof en zon, waar olifanten zich op hun gemak tussen struiken bewegen en waar je ’s nachts in je tent ligt te luisteren naar het diepe gebrul van een leeuw in de verte. Hwange National Park, in het westen van Zimbabwe, is zo’n plek. Geen show, geen schijnvertoning. Gewoon natuur, zoals het bedoeld is. Ruig en indrukwekkend stil. Dit valt ook te combineren met een indrukwekkende safari door Botswana.

Verliefd op Hwange

Hwange is bijzonder. Het is de plek waar veel mensen verliefd worden op Zimbabwe. Het is extra speciaal aan het einde van de droge tijd. Een periode waarin roofdieren het goed hebben en olifanten het zwaar te verduren hebben. Het is geen landschap dat je meteen overdondert met drama, maar juist eentje die je langzaam in je opneemt. Je merkt het aan jezelf: je gaat zachter praten, je kijkt beter, je vertraagt.

Een hypnotiserend schouwspel

Hwange staat bekend om zijn enorme olifantenpopulatie, namelijk meer dan 40.000. En als je er eenmaal bent, geloof je het meteen. In de late middag, als de zon zakt, trekken ze in kleine en grote groepen naar de waterholes. Je ziet ze van ver aankomen, stof opwaaiend rond hun poten, oren wapperend, kalm maar doelgericht. Kalfjes lopen onder hun moeders door, stieren hangen een beetje achteraan. Als ze eenmaal drinken, is het stil. Alleen het zachte geslurp en het gegrom van tevredenheid. Het is hypnotiserend om naar te kijken.

Maar Hwange is meer dan olifanten. Je komt er ook leeuwen tegen die druk bezig zijn met zorgen voor het nageslacht. Giraffen die stilletjes door het struikgewas trekken, alsof ze niet willen storen. Zelfs zonder spektakel voelt alles spannend. Omdat je weet: hier is niks geregisseerd. Alles wat je ziet gebeurt op z’n eigen tijd, op z’n eigen manier.

Het verhaal achter Hwange

Wat weinig mensen weten, is dat Hwange ook een interessant verhaal heeft. Het park werd officieel opgericht in 1928, toen het gebied werd aangewezen als wildreservaat. Daarvoor was het een vergeten stuk land, droog en onvruchtbaar, waar nauwelijks mensen woonden. Een Britse koloniale opzichter, Ted Davison, werd aangesteld om er iets van te maken. Hij zag het potentieel, het wildleven en de migratiepatronen. Hij begon waterputten aan te leggen om dieren te helpen overleven tijdens droge periodes. Tot op de dag van vandaag worden die waterputten, vaak met zonne-energie, nog steeds gebruikt. Dit klinkt alsof mensen zich bemoeien met het wild en dat is eigenlijk ook zo. Maar wild kan hier niet overleven zonder deze waterputten. De afstanden tussen water en voedsel zijn met name in de droge tijd gewoon te groot om te overbruggen. Leuk detail is dat er bij deze waterputten soms ook lodges zitten. Hier kan je vanaf het terras genieten van de handel en wandel bij de waterpoel.

Wil jij nou ook olifanten spotten in Hwange? Dan helpt reisadviseur Groeten Titia je graag bij het boeken van je reis!

https://groetentitia.nl

Gerelateerde berichten die u wellicht interesseren

Bedrijfsuitje? Breda!

Is het binnenkort weer tijd voor het jaarlijkse bedrijfsuitje en heb je geen idee wat je met je collega’s wilt ...